Hoe maak je van een stapel bronnen een boek?
I
In december 2017 kreeg ik ongeveer een meter aan bronnen toegestuurd. Voor Martha waren die bronnen al lang gesneden koek, maar ik kende het verhaal van Dirk alleen nog maar ‘van horen zeggen’.
Hoe maak je van een stapel bronnen een boek? In de minuten die volgen, zal ik proberen daar een antwoord op te geven. Om te beginnen lees ik alle bronnen in chronologische volgorde. Martha had de teksten al voor me op volgorde gelegd, dus dat scheelde een heleboel zoekwerk. Ik begin dus van voren af aan te lezen en terwijl ik daar mee bezig ben, zie ik anekdotes of zinnetjes die eruit springen. Omdat ze zo beeldend zijn, zo typerend voor het onderwerp, of allebei tegelijk.
Zo las ik ergens dat Dirk en de andere missievaders naar het land van hun ideaal vertrokken. Dat ideaal bestond eruit dat ze de oerschatten van geloof en beschaving gingen brengen aan hen die nog in de duisternis van het heidendom zaten. Zo’n zin kun je zelf niet bedenken, die geeft meteen de toon aan, dus die onderstreep ik dan.
Iets anders wat meteen tot mijn verbeelding sprak, was de anekdote over de vader van Dirk: Frans Schut. Als er post uit Afrika kwam, dan was deze man des huizes de eerste die de post onderschepte. Kwam hij foto’s tegen waarop de dames geen bovenkleding droegen, of de heren alleen een kokertje om hadden, dan nam hij onmiddellijk de schaar ter hand, verwijderde de “onwelvoeglijke elementen” en stopte die in het kolenfornuis. We kunnen er nu om lachen, maar in 1933 was die censuur heel gewoon; het was de geest van de tijd.
II
Heb ik eenmaal een beeld van het materiaal dat er ligt, dan bedenk ik een voorlopige inhoudsopgave. Martha en ik hadden al vrij snel afgesproken dat we Dirks verhaal chronologisch wilden vertellen en dat het dagboek er volledig in zou worden opgenomen, dus de hoofdstukindeling kostte niet al te veel hoofdbrekens.
Per hoofdstuk maakte ik een stapel bronnen. Ik bekeek het materiaal voor hoofdstuk 1, las het in op de computer (dat scheelt een heleboel tikwerk) en leunde achterover. Wat is een goede anekdote om het hoofdstuk mee te openen? Met welk beeld kan ik de lezer mee de tekst in nemen? Als ik dat eenmaal weet, begin ik voorzichtig te schrijven.
Zoals een schilder een eerste opzet maakt voor een schilderij, zo maak ik, met grove streken, een eerste versie. Is die klaar, dan leg ik ‘m apart en neem de stapel bronnen van hoofdstuk 2 erbij. Laptop open, spraaksoftware aan en daar gaat-ie weer.
Was ik tevreden met een hoofdstuk, dan stuurde ik dat naar Martha voor feedback. Zij ging er aandachtig doorheen en zette opmerkingen, vragen of verbeteringen in de kantlijn. Die input verwerkte ik dan weer in een volgende versie.
III
Geen enkel verhaal ontvouwt zich als vanzelf van A tot Z, dus ieder hoofdstuk opnieuw is het de kunst om uit de veelheid van gegevens het verhaal naar de oppervlakte te halen. Vergelijk het maar met het zoeken naar een schat die je onder het zand van de zeebodem vandaan moet halen. Je wéét dat er iets ligt, maar soms is het zoeken naar de juiste manier om die schat naar boven te halen. Ga je te ruw te werk, dan verlies je onderweg de mooiste diamanten, maar ben je té voorzichtig en wil je iedere diamant uitgebreid bekijken, dan verlies je zicht op het geheel.
Goed. Terug naar de eerste versie van hoofdstuk 1. Heeft die een paar dagen op de plank gelegen, dan pak ik ‘m erbij voor een volgende ronde. Is de compositie goed? Heeft het hoofdstuk voldoende body? Als het antwoord op een van die vragen “nee” is, dan kijk ik wat er mist en op welke plekken er mogelijk te veel wordt uitgeweid.
Tijdens het schrijven ben ik altijd in meerdere hoofdstukken tegelijk bezig. Zo kan ik bijvoorbeeld ’s ochtends wat bronnen inspreken van hoofdstuk 3, daarna wat sleutelen aan de compositie van hoofdstuk 2 en de dag besluiten met een redactieslag op zinsniveau van hoofdstuk 1.
Natuurlijk gebeurt er tijdens het schrijven ook wel eens iets in hoofdstuk 7 waardoor een passage in hoofdstuk 1 in een ander daglicht komt te staan. Daarom wacht ik altijd met de finale redactieslag totdat de compositie van alle hoofdstukken in grote lijnen in orde is.
Zo’n redactieslag kan bij mij overigens heel lang doorgaan. Iedere schrijver heeft zo zijn liefhebberijen en die van mij is net zo lang schaven en schuren totdat het lijkt alsof het er niet anders kon staan dan zó. “Easy reading is hard writing” luidt een gezegde onder schrijvers en dat is zeker ook op mij van toepassing.
IV
Wat me heeft ontroerd bij het schrijven van dit boek, is de enorme drive van Martha om het dagboek van haar heeroom onder het stof vandaan te halen. Dat een dagboek zo lang en zo liefdevol door een familie wordt bewaard, zegt iets over de onderlinge band die de familie met de schrijver had. Ik raakte zodoende heel benieuwd naar Dirk.
Toen ik Martha in oktober 2016 ontmoette, had ze net een bericht naar de familie gestuurd, om te achterhalen wie er nog herinneringen had aan Dirk. Zo kwam er een stroom aan reacties op gang. In huiskamers door heel Nederland werden lades opengetrokken, zolders doorzocht en kasten opengetrokken. Allemaal op zoek naar Dirk. Die zoektocht heeft geleid tot het boek dat we vandaag ten doop houden. Of het land der idealen werkelijk zo ideaal was als Dirk bij zijn vertrek vermoedde, is een vraag die in het boek een antwoord krijgt.
Het ideaal dat met de publicatie van dit boek in ieder geval verwezenlijkt wordt, is dat het dagboek dankzij het engelengeduld van Martha nu voor iedereen te lezen is. In 1942 kwamen Dirks bezittingen in deze reiskist terug naar Nederland. Vermoedelijk was ook zijn dagboek daarbij. Zeven decennia werd het dagboek bewaard, maar nauwelijks gelezen. Totdat Martha inzag hoe waardevol het was.
Gewapend met een loep en een heldere lamp heeft ze het kriebelige handschrift van haar heeroom ontcijferd, zodat zijn belevenissen nu voor iedereen te lezen zijn. Op basis van extra bronnen heb ik een reconstructie gemaakt van Dirks leven voordat hij begon te schrijven en nadat hij ermee gestopt was. Deze onderdelen samen geven een beeld van zijn leven.
Als u tijdens het lezen net zoveel plezier aan het boek beleeft als ik tijdens het schrijven eraan, dan kan dit project niet meer stuk. Afgelopen maanden was u allemaal op zoek naar Dirk. Ik hoop dat u hem via dit boek weer zult vinden.